Deze scriptie onderzoekt hoe de spirituele en ethische aspecten van een ethiek van de liefde theoretisch en praktisch kunnen bijdragen aan humanistisch geestelijke verzorging. Door middel van een literatuurstudie zijn de belangrijkste spirituele en ethische principes van een ethiek van de liefde geanalyseerd. Spiritueel gezien benadrukken concepten zoals agape, of onvoorwaardelijke liefde, en unlimited love de eenheid en verbondenheid binnen de mensheid (Post, 2003). Ethisch gezien benadrukken auteurs zoals Bell Hooks (2000) en Martin Luther King (1963) het belang van compassie, mededogen en sociale rechtvaardigheid. Deze ethiek biedt een kader voor transcendentie en zingeving, wat cruciaal is voor de morele oriëntatie en spirituele groei van cliënten. De praktische toepassing van deze ethiek binnen humanistisch geestelijke verzorging stimuleert actieve liefde en rechtvaardigheid (Edwards & Post, 2008), en helpt humanistisch geestelijk verzorgers bij het bevorderen van inclusiviteit en het bestrijden van sociale onderdrukking. Deze scriptie concludeert dat een ethiek van de liefde de begeleidingspraktijk verrijkt door liefdevolle verbindingen en spirituele ontwikkeling te bevorderen (Fromm 1956: Hooks, 2000), alsmede impliciete biases aan te pakken en bij te dragen aan een rechtvaardigere samenleving. Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek richten zich op het ontwikkelen van concrete methoden voor agape, verder onderzoek naar de impact van unlimited love en training in social justice counseling.