Abstract
Het COVID-19 virus legt momenteel een druk op de Nederlandse samenleving. Er worden maatregelen getroffen om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Diezelfde maatregelen hebben grote gevolgen voor individuen en de maatschappij. Scholieren blijken voor deze gevolgen in het bijzonder een kwetsbare groep. Door de schoolsluitingen tijdens perioden van lockdown ontstaan leerachterstanden en een gebrek aan sociale interactie. Scholieren zouden vanwege de identiteitsontwikkeling waar ze in zitten extra kwetsbaar zijn voor existentiële processen van zingeving die door deze ongekende doorbreking van een bekend dagelijks leven kunnen ontstaan. Zingeving kan aan de hand van Derkx worden opgevat als het 'plaatsen van eigen ervaringen en het eigen leven als geheel in een groter verband van samenhangende betekenissen'. Derkx onderscheidt daarbij zeven behoeften aan zin, die – wanneer allemaal in voldoende mate vervuld – zullen leiden tot zingeving: doelgerichtheid, morele rechtvaardiging, eigenwaarde, competentie, begrijpelijkheid, verbondenheid en transcendentie. Deze scriptie onderzoekt hoe het vervullen van deze zinbehoeften verliep bij scholieren tijdens de lockdownperioden in Nederland tussen maart 2020 en mei 2021.Daaruit blijkt dat scholieren tijdens de lockdownperioden zowel een beperking ervaarden, als nieuwe manieren vonden om tot vervulling van zinbehoeften te komen. De lockdowns werden door sommige respondenten beschreven als een 'adempauze', waarin ruimte ontstond voor nieuwe vervullingen van onder andere eigenwaarde, competentie en transcendentie. Andere respondenten ervaarden de lockdowns juist als aanleiding voor een gebrek aan competentie en eigenwaarde. Ook wordt een gebrek aan doelgerichtheid en verbinding beschreven wat kon leiden tot ervaringen van 'sleur' en een gebrek aan motivatie.
In de discussie van het onderzoek wordt gereflecteerd op de vraag of een gevoel van sleur voor jongeren eerder als gebrek aan zin kan worden opgevat dan voor volwassenen, omdat het voor hen fundamentele bronnen van zin beperkt. Ook wordt besproken of demotivatie (voor jongeren) begrepen zou kunnen worden als gevolg van een gebrek aan zin, of ook als eventuele aanleiding daartoe. Tot slot blijkt dat met name de zinbehoeften aan begrijpelijkheid en morele rechtvaardigheid in een direct verband worden gebracht met de lockdownperioden. Die twee zinbehoeften onderscheiden het begrip zingeving van een oorspronkelijk meer psychologische opvatting van 'welzijn'. Hieruit blijkt dat juist onderzoek naar zingeving waardevol is in de context van scholieren tijdens perioden van lockdown.
Date of Award | 29 Nov 2021 |
---|---|
Original language | Dutch |
Supervisor | Carmen M. Schuhmann (Supervisor) & Isolde de Groot (Supervisor) |