Abstract
In deze masterthesis wordt de vraag beantwoord: “Wat zijn de geleefde ervaringen van ouders van adolescenten met betrekking tot het alcoholgebruik van hun kinderen en wat kunnen we hieruit leren, in combinatie met zorgethische inzichten over zorgverantwoordelijkheid van ouders, over de goede zorg van deze ouders?”.Op basis van het hoge alcoholgebruik onder jongeren en de risico’s die dit oplevert voor hun gezondheid en veiligheid voert de Nederlandse overheid een preventief alcoholbeleid. De kennis gebaseerd op de biomedische- en psychosociale wetenschap geeft voldoende redenen om het gebruik van alcohol door jongeren sterk af te raden. Om het alcoholgebruik onder jongeren te verminderen worden ouders geadviseerd over hoe ze moeten handelen in de opvoeding van hun kinderen. In de praktijk blijkt echter dat een groot deel van de ouders toestaan dat hun kinderen onder de 18 jaar alcohol gebruiken.
Preventief beleid is onderdeel van de publieke gezondheidszorg. Een van de kenmerken hiervan is dat de interventies gericht zijn op de gemeenschap. In de laatste decennia van de vorige eeuw is de nadruk komen te liggen op universele gedragsverandering en verandering van leefstijl. De algemene discussiepunten in de publieke gezondheidszorg zijn hoe de individuele vrijheid tegenover het algemeen belang verstaan moet worden en de morele toelaatbaarheid van paternalistische interventies door de overheid. Uit deze discussiepunten blijkt dat dat het liberalisme de dominante grondslag is voor de publieke gezondheidszorgethiek. Het beleid wordt gerechtvaardigd vanuit de gedachten dat een individu rechten, plichten en vrijheden heeft én een autonoom persoon is. Zorgethiek gaat uit van een relationeel mensbeeld; de mens is fundamenteel relationeel, kwetsbaar en wederzijds afhankelijk. Vanuit het concept van zorg en zorgverantwoordelijkheid wordt meer recht gedaan aan de complexiteit van de geleefde ervaring van ouders met kinderen die alcohol drinken.
Een theoretisch uitgangspunt is dat een structuur van vooronderstellingen de verdeling van zorgverantwoordelijkheden stuurt. In deze structuur wordt zichtbaar hoe verantwoordelijkheden worden toegewezen, geaccepteerd, onderhandeld, afgewezen, omgebogen of genegeerd.
Uit de empirische bevindingen op basis van fenomenologisch onderzoek met vier ouders komen vijf thema’s naar boven. De thema’s zijn dat kinderen zowel afhankelijk als zelfstandigheid zijn, dat de relatie tussen ouders en kind zich beweegt tussen loslaten en bescherming, dat ouders de toekomst zowel met onzekerheid als met vertrouwen tegemoet zien, dat de invloed van de omgeving: beperkt, geaccepteerd en verworpen wordt en dat hulp gewenst is.
De conclusie is dat ouders in de zorg voor hun kinderen die alcohol gebruiken voortdurend knutselen tussen de verschillende behoeften en de ambivalenties en spanningen die zich in het dagelijks leven voordoen. Door preventieve campagnes op te zetten die streven naar een ideale situatie worden de grenzen tussen de verschillende perspectieven nog scherper aangezet en de mogelijkheid wordt kleiner om met respect voor pluriformiteit perspectieven uit te wisselen. De behoefte van ouders om in de zorg voor de kinderen niet alleen verantwoordelijk te zijn, wordt door het preventieve alcoholbeleid genegeerd. Ouders die met veel praktische wijsheid aan het knutselen zijn, worden als incompetent bestempeld waardoor de onzekerheid bij ouders toeneemt. Het preventieve beleid draagt dus niet bij aan een betere zorg van ouders voor hun kinderen. De onderlinge solidariteit is daarnaast gebaseerd op gelijke gewoonten en tradities en het publieke debat is verdwenen.
Voor een zorgzame samenleving dienen dialogen tot stand gebracht te worden tussen alle betrokken partijen in de praktijk, maar ook tussen de wetenschap en de praktijk. In deze dialoog dient pluriformiteit het uitgangspunt te zijn en het streven is om te komen tot een formulering van universele zorgen. Zorgethiek kan hieraan bijdragen door inzichten in de afhankelijkheidsrelatie ouder en bijna-volwassen kind te verrijken en door discours- of etnografisch onderzoek te doen naar de effecten van overheidscampagnes met als doel gedragsbeïnvloeding.
Date of Award | 24 Jan 2023 |
---|---|
Original language | Dutch |
Supervisor | Carlo J. W. Leget (Supervisor) & Pieter Dronkers (Supervisor) |