Samenvatting
De realiteit in de psychiatrie is complex, de neiging om deze realiteit te dichotomiseren en
vervolgens te reduceren zodat te onderzoeken fenomenen in maar één hokje passen is
aantrekkelijk, maar doet geen recht aan de werkelijkheid. Een leidend principe voor het
schrijven van dit proefschrift is de zorg om reductionistische tendensen in de hedendaagse
Nederlandse psychiatrie, zowel wetenschappelijk als contextueel van karakter. Ik probeer
begrippen te vinden die onderscheidingen kunnen overbruggen en reductionisme tegengaan
en doe dit alles binnen een bepaald kader; ik ben op zoek naar relevante grondslagen om het
dagelijks handelen van de psychiater op te baseren. Met dit in het achterhoofd, analyseer ik in
deel I kennis afkomstig uit de (sociale) neurowetenschappen en de genetica die helpt om
verschillende, in de psychiatrie gangbare onderscheidingen te overbruggen en mijn pleidooi
voor een integrale psychiatrie, gebaseerd op meerdere wetenschappelijke grondslagen, te
onderstrepen. In deel II doe ik hetzelfde op het terrein van de context waarin de hulpverlening
plaats vindt. Ik richt me daarbij op specifieke, persoonsgebonden grondslagen voor de
psychiater, gerelateerd aan de context waarin de hulpverlening plaatsvindt, de visie op herstel,
de eigen mogelijkheden, betekenisverlening en waarden van de patiënt. - Reality is complex in psychiatry. It is enticing to dichotomise this reality in order to reduce it,
making the phenomena to be studied fit in just one compartment, but it does no justice to
reality. A leading principle while writing this dissertation was my concern about reductionist
tendencies within present-day Dutch psychiatry, which are both scientifically and
contextually in character. I am looking for concepts to bridge those distinctions and to combat
reductionism. In doing this, I am operating within a particular framework: I am looking for
relevant foundations on which to base the daily actions of the psychiatrist. With this in mind,
in Part I, I analyse knowledge originating from (social) neuroscience and genetics that helps
to bridge the various distinctions common in psychiatry, and also helps to underscore my
argument for an integral psychiatry, based on several scientific foundations. In Part II, I repeat
this exercise with regard to the context in which assistance is provided. Here, I focus on
specific, personal foundations for the psychiatrist, related to the context in which assistance is
given, the view on recovery, personal capacities, the attribution of meaning, and the patient’s
values.
Originele taal-2 | American English |
---|---|
Begeleider(s)/adviseur |
|
Datum van toekenning | 12 mrt. 2008 |
Status | Published - 12 mrt. 2008 |