Als God over ons oordeelt, wie oordeelt dan over God? Een filosofisch vergelijkende literatuurstudie van de aan compatibilisme gerelateerde visies van Thomas Hobbes, Jonathan Edwards en Ted Honderich op de rechtvaardigheid van Gods oordeel.

  • R Biesheuvel

Scriptie/Masterproef: Master's Thesis: Humanistic Studies

Samenvatting

Met dit onderzoek is meer inzicht verkregen in de afzonderlijke, en de vergelijking van, drie aan compatibilisme gerelateerde visies met betrekking tot het idee van rechtvaardigheid van Gods oordeel na onze dood. Om dit inzicht te verkrijgen heb ik de volgende vraag beantwoord: hoe verhouden Hobbes’, Edwards’ en Honderich’ aan compatibilisme gerelateerde visies op de rechtvaardigheid van het oordeel Gods na onze dood zich tot elkaar? Om de hoofdvraag van dit onderzoek te beantwoord heb ik literatuuronderzoek gedaan naar The Questions Concerning Liberty, Necessity and Chance (1656) van Thomas Hobbes, Freedom of the Will (1754) van Jonathan Edwards en A Theory of Determinism: The Mind, Neuroscience and Life Hopes (1988) van Ted Honderich. Belangrijke uitkomsten van het onderzoek waren dat Thomas Hobbes het oordeel Gods gerechtvaardigd vindt op basis van Zijn absolute macht. Jonathan Edwards vindt het oordeel Gods ook gerechtvaardigd: volgens hem zorgt determinatie ervoor dat God kan oordelen of een mens slecht of goed is geweest. Uit analyse van Ted Honderich’ werk blijkt dat hij het oordeel Gods onrechtvaardig zou vinden. Voor hem moet een oordeel en de daarbij behorende straf voldoen aan het principe van humaniteit, wat inhoudt dat het mensen moet weerhouden van het leven van een slecht leven. Het oordeel Gods kan dit niet, omdat het geen invloed meer heeft op het leven van mensen.
Datum prijs1 jan. 2018
Originele taalAmerican English
BegeleiderV. J. Stolk (Supervisor), F. Pitstra (Supervisor) & A. Ljamai (Supervisor)

Citeer dit

'