Onder vrouwen in Nederland is borstkanker de meest voorkomende vorm van kanker met een
geschat aantal van 14.000 nieuwe diagnoses per jaar (Leunissen, 2016). Bij sommige
borstkankerpatiënten is een chirurgische ingreep noodzakelijk, leidend tot misvormingen van de
borst of complete verwijdering van één of beide borst(en) (Helms, 2008). Volgens Crompvoets
(2003) krijgen vrouwen in onze maatschappij niet de mogelijkheid zich vrouwelijk te voelen zonder
of met slechts één borst. Slatman & Yaron (2014) duiden op het probleem: als we de betekenis van
iemands uiterlijk uitsluitend interpreteren tegen de achtergrond van de sociale normen, kunnen
persoonlijke en gedeelde ervaringen uit het oog verloren raken. Hoewel er wel degelijk onderzoek
is gedaan naar het lichaamsbeeld van borstkankerpatiënten en in mindere mate ook naar de
dimensies van belichaming, blijft de aandacht voor het lichaam bij borstkanker in de literatuur
minimaal. Het gevolg hiervan is dat onderzoek naar borstkanker vaak geen recht doet aan de
complexiteit van de lichamelijke ervaring (Ehlers & Krupar, 2012). Een zorgethische visie, die kan
bijdragen aan het erkennen en uitdiepen van die complexiteit (Hamington, 2004), is nog niet eerder
toegepast. Dit onderzoek richt zich daarom op de geleefde ervaring van body awareness van
borstkankerpatiënten die chirurgisch behandeld zijn vanuit zorgethisch perspectief. Middels de
Interpretative Phenomenological Analysis zijn de persoonlijke, geleefde ervaringen van vijf
respondenten gedetailleerd onderzocht. Uit deze analyse volgen een zestal thema’s die het
onderzochte fenomeen moeten duiden: gewaarworden van het lichaam en het lichaam vergeten,
door het lichaam belemmerd worden, afstand van het lichaam nemen/voelen, zichtbaar ziek zijn,
grip op het lichaam verliezen en het lichaam herwaarderen en in het geval van respondent ETZ005
het gezamenlijk ziek zijn. De ervaringen van lichaamsbewustzijn bij de respondenten zijn te
omschrijven als een worsteling, een proces van herwaarderen van het eigen lichaam dat niet langer
hetzelfde is als voordat er borstkanker geconstateerd is. Opvallend is dat veranderingen in de borst
van minder groot belang zijn dan uit de literatuur blijkt, omdat zij deze kunnen verbergen onder
kleding. Veranderingen die daadwerkelijk zichtbaar zijn voor de buitenwereld, zoals toename in
gewicht en het verliezen van het haar heeft wel een grote impact op de vrouwen.
Om deze vrouwen goede zorg te kunnen bieden moeten zorgverleners zich allereerst realiseren dat
elke vrouw met borstkanker lichamelijkheid anders ervaart en dat men daardoor niet te snel geneigd
moet zijn de ervaringen van lichamelijkheid onder bepaalde conceptuele dimensies te plaatsen. Ten
tweede moeten zorgverleners oog hebben voor de verschillende ervaringen van lichamelijkheid
zodat het lichaam niet slechts als object gezien wordt. Bovenal moeten zorgverleners de patiënt bij
staan in het proces van herwaardering. Story-telling kan hier behulpzaam bij zijn.
Datum prijs | 1 jan. 2017 |
---|
Originele taal | American English |
---|
Begeleider | L. H. Visser (Supervisor) & H. van der Meide (Supervisor) |
---|