Nu, voor later: Een onderzoek naar de zingevende betekenis van generativiteit

  • van Ralph Leest

Scriptie/Masterproef: Master's Thesis: Humanistic Studies

Samenvatting

Erik Erikson (1968) is de eerste die het verschijnsel generativiteit, binnen de psychoanalyse aan de orde stelt en zegt erover: ‘generativiteit nu is de zorg voor het vormen en leiden van de volgende generatie’. Generativiteit is een behoefte, de meest voorkomende en makkelijkste manier om deze behoefte te bevredigen is de zorg en opvoeding voor kinderen. Dit afstudeeronderzoek is vooral gebaseerd op alternatieve manifestaties van generativiteit bij mannen zonder kinderen. In het eerste hoofdstuk wordt het verschijnsel generativiteit aan de hand van Erikson, McAdams (1992), Kotre (1984), Rubinstein, et al. (1991) verkent. Vragen als ‘waarom mensen een generatieve behoefte hebben’, ‘heeft iedereen deze behoefte in dezelfde mate’ en ‘op wat voor manieren mensen deze behoefte kunnen bevredigen’ komen hier aan de orde. Zo formuleert John Kotre (1984) behalve de zorg voor het eigen nageslacht drie alternatieve vormen van generativiteit. Het hoofdstuk daarna is opgebouwd in drie delen. In het eerste deel worden zeven behoeften aan zin besproken, waaraan volgens Derkx (2011) voldaan moet worden om een zinvol leven te leiden. Hiernaast worden er vier categorieën van bronnen van zin, die Mooren (2010) geformuleerd heeft voor humanistisch geestelijk verzorgers besproken. In het tweede deel van dit hoofdstuk worden er verbanden gelegd aan de hand van Erich Fromm (1949) tussen generativiteit en bronnen van zin. In het derde deel wordt ingegaan op de vraag wat er gebeurt wanneer iemand om de een of andere reden niet in staat is zijn of haar generatieve behoefte te bevredigen. In het derde hoofdstuk is er in literatuur en in onderzoeken gezocht naar de mate van generatieve interesse en manifestaties van generativiteit bij kinderloze mannen. Mannen zonder kinderen blijken in mindere mate generatief geïnteresseerd dan vaders. Pleegvaders, adoptievaders of mannen die op een andere manier de zorg voor kinderen op zich genomen hebben, zijn wel in hoge mate generatief geïnteresseerd. Behalve de zorg voor substituut-kinderen door bijvoorbeeld adoptievaders komen manifestaties zoals o.a. het docentschap en het mentorschap voor bij deze specifieke groep. In het vierde en laatste hoofdstuk komen er na een samenvatting/conclusie verschillende discussiepunten aan de orde.
Datum prijs1 jan. 2012
Originele taalAmerican English
BegeleiderJ. H. M. Mooren (Supervisor) & C. W. Anbeek (Supervisor)

Citeer dit

'