Deze scriptie is de neerslag van mijn verkenningstocht naar wanneer en op welke wijze professionele moed een rol speelt in de dagelijkse beroepspraktijk van de humanistisch geestelijke verzorging. Ik wil te weten komen wat professionele moed is, wat het behelst en wat het voor de dagelijkse praktijk van het humanistisch raadswerk betekent. Daartoe worden noties uit de literatuur door middel van interviews met zes humanistisch geestelijk verzorgers werkzaam in de traditionele werkvelden getoetst aan de praktijk.
Gaandeweg dit onderzoek ontdekte ik dat ik geen rekening had gehouden met het onderscheid tussen professioneel gedrag en moedig gedrag, ik was er ten onrechte vanuit gegaan dat dit vanzelf wel duidelijk zou worden. Daarom bestaat mijn aanbeveling voor vervolgonderzoek eruit te onderzoeken waar de scheidslijn hiertussen precies ligt en waar deze uit bestaat.
Dit neemt niet weg dat het tonen van moed inherent is aan deze professie. Een humanistisch geestelijk verzorger is zijn eigen instrument, hij kan geen beroep doen op en hij kan zich niet verschuilen achter een body of knowledge zoals een arts of jurist dat wel kunnen doen. Daar komt nog bij dat de beroepspraktijk van een humanistisch geestelijk verzorger om existentiële en morele zaken draait. Dus zowel de manier waarop hij zijn beroep uitoefent als ook de omgang met de inhoud van zijn beroep vraagt om moed. Maakt dit gegeven zijn optreden tot gewoon professioneel gedrag of kun je toch wel degelijk van exceptioneel gedrag spreken? Morele moed neemt toe door oefening, existentiële moed ook?
Datum prijs | 1 jan. 2012 |
---|
Originele taal | American English |
---|
Begeleider | Ton Jorna (Supervisor) |
---|