Bestuurders van instellingen voor zorg aan mensen met een beperking stellen dat binnen de reguliere gehandicaptenzorg plaats gemaakt moet worden voor de unieke eigen kennis van ouders (Veurink, 2017). Vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines is onderzoek gedaan naar de kennisoverdracht tussen ouders en professionals in de gehandicaptenzorg (Jansen, 2015; De Geeter, Poppes & Vlaskamp, 2002; Isarin 2001). Deze onderzoeken richten zich op het perspectief van de ouders, in het bijzonder de moeders.
In dit onderzoek naar het proces van kennisoverdracht en -ontwikkeling worden de ervaringen van de ouders en begeleiders van personen met een ernstige verstandelijke of meervoudige beperking die recent zijn verhuisd naar een zorginstelling, naast elkaar geplaatst. Het vertrekt vanuit de principes van de zorgethiek (Leget, Van Nistelrooij & Visse, 2017) en de responsieve methodologie (Abma, 2006). Er wordt gepoogd bij te dragen aan de cultuuromslag waarmee er binnen de gehandicaptenzorg plaats wordt gemaakt voor de kennis van ouders en aan de zorgethische literatuur over de epistemologische dimensie van zorg, dat wil zeggen de kennis die ontstaat over de zorgontvanger binnen een zorgrelatie.
In het theoretisch deel van dit onderzoek zijn de belangrijkste (zorgethische) inzichten verkend die de epistemologische dimensie van zorg en het proces van kennisoverdracht en -ontwikkeling binnen de relatie tussen ouders en begeleiders van mensen met een ernstige verstandelijke of meervoudige beperking, kunnen verduidelijken. In het empirisch deel van dit onderzoek zijn de verhalen van drie moeders en drie begeleiders van personen met een ernstige verstandelijke of meervoudige geanalyseerd met behulp van technieken uit de narratieve analyse (Visse, 2014). Vervolgens zijn deze inzichten met elkaar in dialoog gebracht.
Er kan gesteld worden dat de unieke kennis van familieleden, naasten of andere betrokkenen over de eigenheid van de zorgontvanger een belangrijke rol kan spelen in de epistemologische dimensie van zorg. In een hermeneutisch proces waarbij de perspectieven van ouders en begeleiders elkaar aanvullen, beïnvloeden en veranderen ontstaan nieuwe inzichten. Dit proces wordt mede gekenmerkt door conflict, verschuivende machtsposities, ambiguïteit en tragiek. Door ruimte te maken voor reflectie en dialoog binnen de zorgpraktijk kan gestreefd worden naar “waardig strijden” (Kunneman, 2017) in de relatie tussen de ouders en de begeleiders. Dit kan het proces van kennisoverdracht en -ontwikkeling verbeteren en de zorg voor de cliënt ten goede komen.
Datum prijs | 1 jan. 2019 |
---|
Originele taal | American English |
---|
Begeleider | C. J. W. Leget (Supervisor) & G. Bos (Supervisor) |
---|