Dit verkennende empirische onderzoek beschrijft op welke wijze West-Afrikaanse ongedocumenteerde migranten erkenning en miskenning ervaren in Nederland. De erkenningstheorie van Axel Honneth (1995) is toegepast als erkenningstheoretisch kader en zijn theorie is vergeleken met de empirische onderzoeksresultaten. De resultaten van dit onderzoek beschrijven levendig de ervaringen van negen West-Afrikaanse ongedocumenteerde migranten, die met name gevonden zijn door het toepassen van de snowball method. De respondenten ervaren miskenning door geen gelijke rechten te hebben, geen hulp van en verbondenheid met andere mensen te ervaren en de ervaring gezien en behandeld te worden als een minderwaardig mens. De beschreven miskenningservaringen benadrukken de noodzaak tot een meer menswaardig vreemdelingenbeleid. Erkenning wordt ervaren door de aandacht en hulp van vrienden, hulpverleners en God. Tevens ervaren zij erkenning door onderdeel te zijn van een geloofsgemeenschap en ervaren de werkende respondenten sociale waardering. Binnen dit onderzoek wordt inclusie, door het toebehoren aan een gemeenschap, gezien als een zeer waardevolle toevoeging aan Honneths erkenningstheorie. Voor deze vorm van erkenning zijn gelijke rechten namelijk niet noodzakelijk. Tot slot duidt dit onderzoek aan dat Honneths verschillende vormen van erkenning zich hiërarchisch tot elkaar verhouden. Gelijke rechten blijken een belangrijke voorwaarde voor andere vormen van erkenning. Dit impliceert dat mensen zonder rechten amper erkenning als mens kunnen ervaren, waardoor zij als het ware uit de mensheid getild worden.
Datum prijs | 1 jan. 2014 |
---|
Originele taal | American English |
---|
Begeleider | W. Seekles (Supervisor) & F. Suárez Müller (Supervisor) |
---|