Zingeving, snelweg naar welzijn? Een zorgethisch kritisch discoursanalytisch onderzoek naar de formulering van de beroepsidentiteit van de geestelijk verzorger in Beroepsstandaard 2015

  • Brecht Molenaar

Scriptie/Masterproef: Master's Thesis: Care Ethics

Samenvatting

Deze thesis is het verslag van een zorgethisch kritisch discoursanalytisch onderzoek naar de nieuwste beroepsstandaard voor de geestelijk verzorger. Ik heb onderzocht hoe het denken over de beroepsidentiteit van hedendaagse geestelijk verzorgers vorm krijgt in een bepaald discours, dus in een talige constructie van de beroepsidentiteit. Ook heb ik onderzocht wat de implicaties van dat discours zijn voor sociale identiteiten en verhoudingen en of de inzet van het discours kan worden beschouwd als een bijdrage aan praktijken van goede zorg. De tekst van de beroepsstandaard kent één volwaardig discours. Het centrale concept ervan is het zingevingsproces, waarvan wordt verondersteld dat geestelijk verzorgers het methodisch kunnen bewerken. De tekst kent bovendien nog twee discours-restanten, beide met de vrijplaats als centraal concept. Het dominante discours benoem ik als een hedonistisch utilistisch discours rond procesbewerking. Anders dan in de eerder verschenen standaarden wordt er in de kerndefinitie van geestelijke verzorging voor het eerst niet meer verwezen naar geloofs- en levensovertuiging als de basis voor hulpverlening en begeleiding. Voor het eerst ook worden die hulpverlening en begeleiding enkel ‘professioneel’ genoemd. Er wordt geen ambtshalve karakter meer toegekend aan de hulpverlening en begeleiding. Het discours is een methodisch discours geworden, waarin de waarde van welzijn (ofwel gezondheid, welbevinden of vitaliteit) het uiteindelijk beoogde effect is. Sociale wetenschappen komen naar voren als een belangrijk onderdeel van de beroepseigen ‘body of knowledge’, met name psychologie. Deze betekenisgeving aan de beroepsidentiteit wordt gepresenteerd als vanzelfsprekend. Het lijkt om een onvermijdelijk gevolg te gaan van ontwikkelingen in de contexten waarin geestelijk verzorgers werken. Een belangrijke ontwikkeling is dat mensen (ook geestelijk verzorgers zelf) uit verschillende levensbeschouwelijke bronnen putten in hun zoeken naar antwoorden op levensvragen, al kan dat zoeken ook nog steeds worden gekoppeld aan een bepaalde traditie van geloof of levensovertuiging. Zonder dergelijke veranderingen uit het oog te verliezen zijn er vanuit een zorgethisch perspectief veel argumenten te geven waarmee de vanzelfsprekendheid van het gepresenteerde discours ter discussie gesteld kan worden. Het bezwaar is vooral dat de waarde van welzijn (en zijn synoniemen) verschijnt als een maakbaar resultaat van losstaande methodische interventies. Die waarde wordt aan de zorg toegevoegd, terwijl er wordt veronachtzaamd dat de praktijk van geestelijke verzorging een inherent morele en relationele aangelegenheid is. Het gaat niet meer over zorg in de zorgethische zin van het woord. Ik kom in mijn zorgethische reflectie dan ook uit op een pleidooi voor het ‘omdenken’ van de beroepsidentiteit en stel voor om het beroep in een zorgethisch kader te plaatsen. Binnen praktijken die worden geleid door kritische zorgethische inzichten krijgen methodische componenten dan hun plaats.
Datum prijs1 jan. 2016
Originele taalAmerican English
BegeleiderM. A. Visse (Supervisor), G. Timmerman (Supervisor) & C. M. Schuhmann (Supervisor)

Citeer dit

'