Zo dicht bij iemand te mogen zijn’ : Hoe ervaren raadslieden bij defensie hun ambt tijdens uitzending?

  • Gerjos Hengelaar
  • van der Jeannette Meijde

Scriptie/Masterproef: Master's Thesis: Humanistic Studies

Samenvatting

In deze scriptie hebben we ons aan de hand van een aantal vraaggesprekken met collega-raadslieden bij defensie een beeld gevormd van de wijze waarop raadslieden invulling geven aan hun ambt tijdens uitzendingen. Hoe vatten zij het ambt van geestelijk verzorger op, binnen de militaire context? Waarin onderscheidt het werk tijdens uitzending zich? Wanneer ervaren raadslieden hun werk als zinvol? En hoe ervaren raadslieden de dienst waarvoor zij werken? De verhalen van de raadslieden worden in deze scriptie gepresenteerd aan de hand van quotes, afgezet tegen een beleidsmatige en theoretische achtergrond. Inzichten uit de literatuur rondom de vorming tot militair, effecten van uitzendingen, cultuur als bron van betekenis, zingeving en cognitieve regulatie en opvattingen over humanisme helpen bij het maken van een schets van het werk van raadslieden bij defensie. Gebleken is dat raadslieden tot op existentieel niveau bezig zijn met vragen die hun ambt met zich meebrengt. Het omgaan met morele afwegingen en op professionele wijze invulling geven aan het vak vergt veel van de raadslieden. Het ambt wordt, vanwege de bijzondere positie van de geestelijk verzorger binnen de krijgsmacht, las een eenzaam vak gezien. De cultuur binnen de dienst humanistisch geestelijke verzorging bij de krijgsmacht wordt door verschillende collega’s als onvoldoende veilig en/of steunend ervaren. Hierdoor worden uitwisseling van ervaring en verdere professionalisering belemmert. Raadslieden evalueren hun uitzendervaringen vooral zelf en hanteren hiervoor eigen opvattingen over het ambt. Er is geen duidelijke maatstaf voor de professionaliteit van een geestelijk verzorger. Naarmate een geestelijk verzorger zijn ambt meer inhoudt geeft vanuit zijn persoonlijke humanistische levensbeschouwing lijkt het of hij beter bestand is tegen het appel van de organisatie tijdens uitzending en de morele dilemma’s die zich voor kunnen doen. Tegelijk is er een terughoudendheid bij het inzetten van eigen levensbeschouwelijke opvattingen, om niet het risico te lopen dat men het contact met de eenheid verliest. Het zich verhouden tot de militaire eenheid waarvoor men werkt is een telkens terugkerende afweging. Het goed doordenken van de vaak eenzame positie van de geestelijk verzorger kan helpen deze goed te doorstaan. Het is belangrijk je als geestelijk verzorger de vraag te blijven stellen op welke manier je deelneemt aan de leefwereld van de militair. Raadslieden bij defensie geven op verschillende manieren vorm aan hun werk en worden vanuit diverse opvattingen over humanisme geïnspireerd. Geconcludeerd kan worden dat raadslieden hun werk doen vanuit een sterke verbondenheid met mensen. De zinervaring van de raadslieden komt hieruit voort: er te kunnen zijn voor militairen en om te gaan met hun verhaal en hun vragen, dat geeft raadslieden een gevoel van competentie.
Datum prijs1 jan. 2007
Originele taalAmerican English
BegeleiderJ. H. M. Mooren (Supervisor) & H. A. Alma (Supervisor)

Citeer dit

'